Kenmerken
Deze vis heeft een opwaarts gerichte mond en een afgeplatte kop, wat aangeeft dat het een oppervlaktevoeder is. De mannetjes hebben iets grotere vinnen en de bovenste lob van de staartvin is langer.
Kweken
De mannetjes bewaken en waaieren de eieren die op de onderkant van bladeren worden gelegd. Het is aan te raden de bladeren met eieren naar een opgroeitank te verplaatsen om de overlevingskansen van de jongen te vergroten.
Voedsel
In hun natuurlijke habitat voeden ze zich met insecten aan het wateroppervlak en kleine waterinvertebraten. In gevangenschap accepteren ze bereid voedsel, evenals bevroren of levend voer zoals muggenlarven en artemia.
Huisvesting
Een aquarium van minimaal 90 cm lang met dikke beplanting, inclusief drijvende planten, is ideaal. Zorg ervoor dat het aquarium goed afgedekt is, omdat deze vissen goed kunnen springen. Ze hebben niet veel open zwemruimte nodig en verkiezen zwemmen tussen de planten.